proef je gevoel

Leuke dingen meemaken, positieve gevoelens ervaren, genieten … : het doet ons allemaal heel erg deugd.

Stel je nu eens voor dat je dat fijne moment en dat heerlijke gevoel éxtra hard voelt en beleeft?! En dan nog eens zonder dat je er vreemde middelen voor nodig hebt, maar enkel je bewustzijn.



Proef het gevoel

Door goede gevoelens te koesteren, zet je de ervaring en bijbehorende positieve gevoelens extra in de verf. Hierdoor worden ze waardevoller, grootser en echter, waardoor ze beschermen tegen negatieve gevolgen van bijvoorbeeld stress.
Jij en je leerlingen kunnen dat (leren) doen door een beleving bewust op te merken, die als het ware te proeven of er een mentaal snapshot van te nemen. Zo leggen jullie het écht vast op de gevoelige plaat (doordenkertje).

Koesteren betekent dus: bewust stilstaan bij het moment en de beleving, het vastgrijpen in plaats van het door je vingers laten glippen.


Hoe kan je dat nu leren?

1. Het start met vertragen

Racepiloten rijden zo snel dat ze de omgeving nauwelijks opmerken. Er is simpelweg geen tijd voor. Wandelaars daarentegen hebben die tijd wel. Ze kunnen zelfs even stilstaan en de zaken rustig bekijken. Koesteren staat dus gelijk aan vertragen: druk op de rem, stap uit de racewagen en sta stil.

Een oefening in vertraging

  • Maak ruimte in het klaslokaal of zoek de speelplaats op.
  • Laat je leerlingen zich verspreiden en zorg dat iedereen voldoende plek heeft.
  • Vraag hen om zo snel als ze kunnen rond hun as te draaien: 5 seconden in de ene en 5 seconden in de andere richting.
  • Stel hen (eens ze terug stabiel op hun benen kunnen staan) de vraag wat ze tijdens het draaien gezien hebben.
  • Laat ze nu véél trager rondjes draaien. Wat zien ze nu?

Een alternatieve oefening kan bijvoorbeeld zijn: een sprintje trekken vs. rustig wandelen.

2. Geef aandacht

Koesteren vraagt om bewuste aandacht in plaats van leven op de automatische piloot. Leer dus om écht aandacht te hebben voor de beleving en het gevoel.

Een aandachtige oefening

  • Deel iedereen een handvol (ongezouten) nootjes, rozijnen, druiven … uit. Geef hen mee dat ze deze nog niet mogen opeten, maar dat het een ‘beloning’ is voor tijdens de volgende opdracht:
  • Ze moeten én naar het weerbericht luisteren én ondertussen (eenvoudige) wiskundige opdrachten maken.
  • Stel hen daarna vragen over het weer van de komende dagen en ga eens na hoeveel oefeningen ze gemaakt hebben (en juist hebben). De kans dat dat tegenvalt, is groot. En trouwens: hoe proefden de nootjes, rozijnen, druiven … ?

Zonder bewuste aandacht vangen we maar de helft van het verhaal op, proeven nootjes naar nootjes (en meer niet) en beleven we niet écht.

3. Gebruik je zintuigen

Zintuigen vormen de link met de buitenwereld, zorgen dat de zaken kunnen binnenkomen. Door ze actief te gebruiken, maak je koesteren mogelijk.

Een oefening in zien, voelen, proeven, ruiken …

  • Geef iedereen nog een laatste snackje.
  • Voordat ze het snel snel verorberen, zet je ieders zintuigen aan het werk:
    • Hoe ziet het eruit? Welke kleur heeft het? Welke vorm?
    • Hoe voelt het tussen je vingers? Hoe ruikt het?
    • Stop het in jullie mond: hoe voelt dat? Welke structuur heeft het? Verandert deze? Proef je al iets? Wat dan?
    • Begin te kauwen (zonder door te slikken): hoe voelt dit? Hoe proeft dit? Waar proef je dit?
    • Verandert de smaak na doorslikken? Blijft er wat van smaak hangen?
    • Merkten jullie verschil met de vorige oefening?

Door bewust je zintuigen te gebruiken, krijg je veel meer informatie binnen en beleef je de zaken sterker. Of dat nu over een druif, een nootje of een fijne ervaring gaat.

4. Blijf hangen in de ervaring

Ervaringen en de fijne gevoelens die daarmee gepaard kunnen gaan, zijn soms snel voorbij. Een mooie zonsondergang? Wanneer de zon onder is, is het gedaan. Fijn aan het schommelen? Je springt eraf - en ook dit momentje is gedaan. Door de technieken uit de bovenstaande puntjes toe te passen, zorg je ervoor dat je het moment zélf al met volle aandacht en zintuigen beleeft. Door er nu nog in te blijven hangen, zorg je ervoor dat het gevoel duurzamer en dus minder vluchtig wordt.

Een oefening in verduurzaming
Een leuk moment in de klas? Net terug van een fijne uitstap? Een opdracht achter de rug waarbij je leerlingen in de flow zaten? Een fijne speeltijd …? Geef je leerlingen de kans om het gevoel dat hiermee gepaard ging vast te houden:

  • Vraag hen om de ogen te sluiten en om het fijne moment (of een fijn moment) voor de geest te halen.
  • Stimuleer hen om dit zo helder, concreet en levendig mogelijk te doen (denk aan de zintuigen).
  • Laat hen nadenken over verschillende vragen: wat gebeurde er? Wat deed je? Hoe voelde dat? Wat dacht je? … ?
  • Laat hen terugkeren naar dat moment en naar dat gevoel.
  • Nodig ze uit om dat even vast te houden.

5. Reflecteer

Door over een fijne gebeurtenis na te denken, erover te vertellen, het te delen … maak je ‘t meer echt. Geef je leerlingen de kans om dit te doen door:

  • De opdracht te geven een tekening te maken van (bijvoorbeeld) de uitstap.
  • De opdracht te geven een opstel of gedicht te schrijven over de uitstap.
  • Beter nog: de leerlingen zelf een medium te laten kiezen dat aansluit bij hun talenten.
  • Hen te vragen een foto mee te brengen van een mooi moment en erover te vertellen op een manier waardoor ze weer een beetje ín dat moment zijn.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten