Raadselspel en waar ben je spel: Focus Nederlands spreken

Raadselspel:

Leeftijd: 5 jarige kleuters

Doel: De kleuters spreken duidelijk en goed verstaanbaar. Ze beelden dingen uit met veel bij bewegingen, mimiek en uitdrukkingen. Speels en met veel fantasie handelingen en bewegingen nadoen.

Benodigdheden:

*eventueel foto’s of prenten van dieren, mensen, fantasie figuren.

Organisatie:

Een ruimte waar men vrij kan bewegen.

 

Opdracht:

De persoon beeldt iets uit. De kleuter raadt over welk dier, mens, figuur ,… het gaat. Men kan dit eventueel door vragen te stellen. Uitbeelder mag enkel  met ja /nee antwoorden.

Als de kleuter moeite heeft met iets te verzinnen, neemt hij eerst een prentje (dat je samen gezocht hebt in boekjes). Dan kan de kleuter de prent  bekijken en beeld het dan uit. De andere persoon moet raden wat het is dat de kleuter uitbeeld.

Differentiatie:

Vragen stellen om na te gaan over wat het gaat. Uitbeelder mag enkel antwoorden met ja /nee.

·        ‘ Is het een dier?, Is het groot?, Is het klein?’.

·        Is het geraden dan wisselen.

·        Zoek prenten  van superhelden/fantasiefiguren/tv figuren  en laat de kleuter die uitbeelden

 

Waar ben je spel:

Blinddoek Foto's, Afbeeldingen En Stock Fotografie - 123RF

Leeftijd: 5 jarige kleuters

Doel: Goed luisteren om de andere te  zoeken, plezier beleven aan geblinddoekt zijn en durven rondstappen zonder iets te zien.

Benodigdheden:

*blinddoek 2 stuks

Organisatie:

Een ruimte waar men vrij kan bewegen zonder obstakels waarover men kan vallen.

 

Opdracht:
 Zorg dat er genoeg plaats is.
 Eerste persoon wordt geblinddoekt. Kleuter stapt rond.
Persoon vraagt ‘Waar ben je?’ De andere kleuter zegt ‘hier’. De persoon zoekt de kleuter.

·        Nadien zet de kleuter de blinddoek op en zoekt mama/papa/boer of zus.

·        Beide personen zijn geblinddoekt en zoeken elkaar.

 

Differentiatie:

·        Het wordt moeilijker wanneer de kleuter zich telkens verwijdert van de persoon.

·        Als de persoon de kleuter (of omgekeerd) niet kan vinden, kan de kleuter helpen door instructies te geven ( ga rechtdoor, ga opzij,…)

 

·        De persoon zonder blinddoek heeft een opgerolde krant en tikt de persoon met blinddoek op hoofd. Door getikt te worden kan de persoon te weten komen waar de persoon is en in welke richting de andere zich bevindt.

 

·        De geblinddoekte persoon vraagt hulp als men haar/hem niet kan vinden. De persoon zonder blinddoek geeft instructies, (rechtdoor, verder , draaien enz.)

 

 

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten