Verdraagzaamheid kan je leren

 


Tip 1. Geef info en ga op zoek naar gelijkenissen

Vaak hebben kinderen een onjuist beeld van de andere groep. Correcte informatie geven is dus een belangrijk vertrekpunt. Gebruik daarnaast verhalen of activiteiten die de overeenkomsten tussen verschillende groepen naar voren brengen. Dit helpt kinderen te zien dat, ondanks uiterlijke verschillen, er veel overeenkomsten zijn in bijvoorbeeld interesses of gewoonten. Lees bijvoorbeeld verhalen voor over kinderen van verschillende achtergronden die dezelfde hobby’s hebben, zoals sporten of tekenen. Praat daarna met de kinderen over wat ze gemeenschappelijk hebben met de personages in het verhaal.

Tip 2. Focus op individuen in plaats van groepen

Maak aan kinderen duidelijk dat een groep bestaat uit individuen. Leer hen ontdekken dat er in de andere groep grote verschillen zijn tussen mensen, net als in de eigen groep. Dit voorkomt het ontstaan van generalisaties en vooroordelen.

Tip 3. Bevorder samenwerking, vriendschap en empathie

Stimuleer kinderen om samen te werken met klasgenootjes van verschillende achtergronden door activiteiten aan te bieden die samenwerking bevorderen. Coöperatieve spelen kunnen het gevoel bevorderen dat ze samen tot één groep behoren. Echte vriendschappen tussen leden van de twee groepen hebben een positieve invloed op stereotiep denken. In conflictgebieden is het echter niet altijd zo eenvoudig om kinderen uit conflicterende groepen met elkaar in contact te brengen. Gelukkig kunnen ook verhalen over vriendschappen tussen leden van twee conflictgroepen een gunstig effect hebben, zeker wanneer de kinderen uitgedaagd worden om het perspectief van de ander te verkennen. Verder is het belangrijk om de nadruk te leggen op medeleven en mindfulness. In het beste geval komen kinderen vaak in contact met kinderen uit de andere groep. 


Schermtijd beïnvloed de taalontwikkeling

 

De jongste kleuters spenderen bijna drie uur per dag in de nabijheid van schermpjes.

Het klopt: schermtijd beïnvloedt de taalomgeving thuis

De onderzoekers vonden een negatief verband tussen het schermgebruik en de taalomgeving van het kind, ten minste nadat ze rekening hielden met belangrijke beïnvloedende factoren zoals de SES van de ouders, de exacte leeftijd van het kind, het stressniveau van de ouders, het aantal activiteiten thuis, …. Di verband was het sterkst met drie jaar. Voor elke minuut extra schermtijd, produceerden volwassenen minder woorden, waren er minder kinduitingen, en werden er minder gespreksbeurten geteld.

Volgens de schattingen van de onderzoekers betekent dit dat een driejarige in een gemiddeld gezin (met 172 minuten schermtijd) op die manier op één dag wel 1139 woorden mist in het taalaanbod dat het krijgt. Ook zijn er 843 minder kinduitingen, en 194 minder gespreksbeurten per dag.

Vanaf de peuterklas ouders sensibiliseren

Mogelijk verergert een hoge schermtijd via de negatieve invloed op de taalomgeving soms wel ontwikkelproblemen bij een kind. Reden genoeg om ouders te sensibiliseren. De bovenstaande studie toont dat we hier al met de ouders van onze peuters mee moeten starten. Uiteraard heeft het geen zin om de moderne technologie helemaal af te zweren. 

Sensibiliseren kan door:

Aromatherapie in kinderdagverblijven en scholen

 Waarom gebruiken kinderdagverblijven en scholen aromatherapie?



*Wil je meer rust creëren op de groep?
*Zijn er kinderen die moeite hebben met wennen?
*Ruikt het niet fris of vliegen de griepbacillen door de vestiging?
*Zijn er onrustige baby’s?

Dan is aromatherapie een 100% natuurlijke oplossing om kinderen te laten ontspannen, beter te laten slapen, luierluchtjes aan te pakken, de luchtkwaliteit te verbeteren of meer rust te creëren.
Veel kinderdagverblijven hebben last van nare luchtjes. Als kinderen rondlopen met een poepluier dan ruik je dat nog wel even op de groep. Maar sommige vestigingen zijn oude gebouwen en hebben soms typische luchtjes.
Een andere reden dat kinderdagverblijven aromatherapie toe passen is om meer rust te creëren op de groepen.
Vooral als kinderen veel huilen kunnen etherische oliën zoals vanille en mandarijn troostend werken. Daarnaast is geurenmarketing een goede manier om een prettige sfeer in het kinderdagverblijf te creëren.

Wat is aromatherapie?

Aromatherapie is een vorm van kruidengeneeskunde. Het maakt gebruik van natuurlijke extracten uit planten en bloemen, die noemen we etherische oliën of essentiële oliën. Etherische oliën worden niet gemaakt, maar gedestilleerd uit bloemen, kruiden en specerijen of geperst uit vruchtenschillen. Voor 1 liter lavendelolie zijn wel 150 kilo lavendelbloemen nodig, dus etherische oliën zijn zeer geconcentreerde substanties. Daarom heb je er ook maar weinig van nodig.
Onze neus is ons reukzintuig en bevat circa 10 miljoen zintuigcellen. De basis voor onze geurwaarneming is dat er moleculen in de zintuigcellen van onze neus terechtkomen. Deze zintuigcellen worden receptoren genoemd. De receptoren sturen de informatie over de geur-waarneming naar de hersenen. Normaliter worden alle gewaarwordingen eerst verwerkt in ons reuk- en smaakzincentrum, de zogeheten Thalamus. Maar zo gaat het niet bij ruiken. De geuren die we via onze neus waarnemen gaan namelijk direct naar ons limbische systeem, ook wel onze emotionele brein.
Geuren kunnen dus meteen een gevoel oproepen, zonder dat we ons er bewust van zijn. Deze emoties kunnen vervolgens lichamelijke veranderingen geven.
Ons hart kan sneller gaan kloppen of we kunnen klamme handen krijgen. Zo kunnen geuren ook herinneringen oproepen, die worden opgeslagen in de orbitofrontale cortex, een hersengebied vlakbij de oogkassen.
De geur van versgebakken brood kan gevoelens van warmte en huiselijkheid oproepen, terwijl de geur van lavendel je kan terugbrengen naar de herinneringen aan je oma of cederhout aan het sigarenkistje van je opa.
De geur van vanille werkt troostend bij baby’s omdat vanilline in moedermelk zit. Omdat geur en emotie met elkaar verbonden is, is het dus ook mogelijk om stemming te beïnvloeden. Zo kun je met geuren een ontspannen sfeer voor kinderen en ouders creëren, de nachtrust bevorderen (handig tijdens het middagslaapje) of een vrolijke stemming bereiken.

Hoe gebruik je aromatherapie in jouw kinderdagverblijf of klas?

Een makkelijke en betaalbare manier om te genieten van aromatherapie is door het gebruik van een diffuser. Dit is een luchtbevochtiger en een geurapparaat in een. Als de lucht te droog is, kunnen de slijmvliezen van baby’s geïrriteerd raken en opzwellen. Daarom is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de luchtvochtigheid in de groepsruimten hoog genoeg is. Je kunt kiezen uit etherische oliën voor ontspanning of om kinderen beter te laten slapen tijdens het middagdutje. Maar ook bij hoesten en proesten in winterperioden of om nare luierluchtjes te bestrijden. Tot slot hebben zijn er troostende geuren voor kinderen die ’s ochtends moeite hebben met het gedag zeggen.


Vul het contact formulier in en we nemen contact met je op.
Wil je graag een info namiddag of avond rond aromatherapie? Dan kom ik graag de uitleg geven.


kaarsen in de klas , kies voor kaarsen van soya

 Wist je dat gewone kaarsen heel ongezond zijn? en we willen onze kinderen toch gezond opvoeden.

De gangbare theelichtjes of kaarsen bestaan meestal uit een combinatie van paraffine en stearine in combinatie met chemische ingrediënten om ervoor ze zorgen dat de kaarsjes goed branden. Dit is echter niet zo goed voor je longen en je gezondheid. De roet in parafine en stearinekaarsen is daarnaast ook nog een aanslag op je interieur.

Als je wel eens na de feestdagen je gordijnen hebt gewassen dan weet je wat ik bedoel. Kijk maar eens naar het roetwater wat dan van je gordijnen afkomt.

 Zot van kaarsen, doe het dan op een gezonde manier. Laat je jarige kind gezonde kaarsjes uitblazen in je klas.

 Sojakaarsen worden steeds populairder, niet alleen vanwege hun warme gloed en aangename geuren, maar ook vanwege de gezondheidsvoordelen die ze bieden. Hier zijn enkele redenen waarom sojakaarsen als een gezondere keuze worden beschouwd:

1.Natuurlijk en Duurzaam: Sojakaarsen worden gemaakt van sojawas, een hernieuwbare en biologisch afbreekbare bron. In tegenstelling tot paraffinekaarsen, die zijn afgeleid van aardolie, dragen sojakaarsen bij aan duurzaamheid en verminderen ze de afhankelijkheid van niet-hernieuwbare bronnen.

2.Minder Rook en Toxines: Sojawas brandt schoner en produceert minder roet dan paraffine, waardoor de luchtkwaliteit in de klas wordt verbeterd. Sojakaarsen bevatten ook geen schadelijke chemicaliën, wat resulteert in een verminderde blootstelling aan potentieel irriterende stoffen.

3. Langere Brandtijd: Sojakaarsen hebben over het algemeen een langere brandtijd dan paraffinekaarsen van vergelijkbare grootte. Dit betekent minder vaak kaarsen vervangen en dus minder productieafval.

4. Biologisch Afbreekbaar: Sojawas is biologisch afbreekbaar, wat betekent dat het snel en gemakkelijk kan worden afgebroken door natuurlijke processen. Dit draagt bij aan het verminderen van de impact op het milieu.

5. Geen Dierlijke Bijproducten: Sojakaarsen zijn veganistisch en bevatten geen dierlijke bijproducten. Ze zijn een diervriendelijke keuze voor mensen die een ethische levensstijl nastreven.

6. Verbeterde Geurverspreiding: Sojawas heeft de eigenschap geuren beter vast te houden en gelijkmatiger te verspreiden dan paraffine, wat zorgt voor een aangenamere en consistente geurervaring.

Terwijl je geniet van de rustgevende gloed en heerlijke geuren van een sojakaars, kun je ook gerust zijn in de wetenschap dat je een gezondere keuze maakt voor zowel jezelf als het milieu.


Benieuwd geworden naar soja was kaarsen en geurkaarsen? 

Hieronder een link van een betrouwbare webshop!

Crea house

Wil je meer weten over soya kaarsen ?
hieronder een link van een blog

zijn-soja-kaarsen-gezond


Wat versta jij onder een rijke leeromgeving?

                                         4 Punten om over na te denken!



We willen het allemaal: een uitdagende leeromgeving. Of we noemen het een rijke leeromgeving. Of... misschien een betere term: een rijke speelomgeving. Maar wat bedoelen we daar nu eigenlijk precies mee?

Laat ik beginnen bij dat eerste, een uitdagende leeromgeving. Uitdagend, dat is wat we zoeken. De kinderen moeten uitgedaagd worden... maar... tot wat?

Mijn definitie: 

Een stimulerende omgeving nodigt uit tot spelen, prikkelt de nieuwsgierigheid en fantasie, zodat kinderen vanuit hun intrinsieke motivatie kunnen ontdekken, ervaren en experimenteren.

1. Nodigt uit tot spelen

Is spelen in de hoeken spel ? In kind dat dingen in en uit laad, verkleedkleding aan en uit doet. Is spelen. Voor ieder kind is spelen anders. Sommige hebben meer nood aan gestructureerd spel en andere meer fantasie spel. Als kinderen ontdekken, zich verder ontwikkelen, maar vooral plezier beleven , dat is spelen. 

>> Wat versta jij onder spelen? Wanneer is iets geen spel meer?

2. Prikkelt de nieuwsgierigheid en fantasie

Als je even een kijkje kon nemen in de hersenen van kinderen terwijl ze aan het spelen zijn, zie je ongetwijfeld allerlei gebieden oplichten. Kinderen die hun creativiteit en fantasie moeten gebruiken tijdens het spelen gebruiken hun hersenen meer dan kinderen die veel voorgekauwd krijgen. Speelgoed hoeft ook niet helemaal 'af' te zijn, kinderen maken het zelf af!

>> Kijk eens kritisch naar de materialen in jouw hoeken, prikkelen deze de nieuwsgierigheid en fantasie?

3. Intrinsieke motivatie

Ik durf te stellen dat kinderen die veel vanuit hun eigen intrinsieke motivatie mogen spelen, opgroeien tot mensen die houden van leren en nieuwe dingen ontdekken. Andersom: als kinderen vooral aan de hand genomen worden en weinig vrije keus hebben... ik denk dat deze kinderen school teveel als 'moeten' gaan zien. Wat denk jij?

>> Is er bij jou in de klas voldoende ruimte voor kinderen om vanuit hun intrinsieke motivatie te spelen, of ligt er eigenlijk al best veel vast?

4. Ontdekken, ervaren, experimenteren

Ik durf ook hier weer te wedden dat de ontdekkingen die je zelf doet je veel beter bij blijven dan de ontdekkingen die je voorgeschoteld krijgt door een ander. We willen dat de kinderen in onze kleutergroepen opgroeien tot mensen die de problemen van de toekomst willen onderzoeken, nieuwe oplossingen bedenken, niet bang worden omdat ze niet meteen weten hoe iets moet.

Willen we de kinderen van nu voorbereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst, waarvan we nog niet weten hoe die eruit ziet... dan moeten we ze meer laten spelen (ervaren, ontdekken, experimenteren) en minder aan de hand nemen.

>> Zijn er voldoende plekken waar de kinderen in jouw klas echt vrij kunnen spelen, zonder dat ze zich al te druk hoeven te maken over wat wel en niet mag? Hoe kun je hieraan tegemoet komen in élke hoek in je klas? En wat betekent dit voor jouw houding als leerkracht?

Grenzen stellen aan je kind op een liefdevolle manier

 



Consequent zijn is misschien wel het moeilijkste onderdeel van opvoeden. Maar of ze nu 4 of 14 zijn: kinderen hebben grenzen nodig. Zo stel je die op een duidelijke, maar wel warme manier.

1. Maak contact

Ga naar je kind toe, maak rustig contact en let op je non-verbale uitstraling. Kom je gelijk boos of geïrriteerd over, dan kan een kind weerstand gaan bieden of zich terugtrekken, en dan komt je boodschap niet goed aan.

Voorbeeld: Ik adem eerst diep in en uit, loop rustig naar mijn kind toe en ga naast hem zitten. Voordat ik iets zeg, maak ik eerst oogcontact.

2. Constateer, vraag en luister

Beschrijf wat je ziet en welk gedrag je constateert. Stel een vraag, zonder oordeel, en luister naar het antwoord.

Voorbeeld: ‘Je bent een half uur later thuis dan afgesproken, wat is er gebeurd?’ Of: ‘Hé, je bent weer uit bed. Wat is er aan de hand?’

3. Gebruik een ik-boodschap

Zeg met welk gedrag je moeite hebt en waarom.

Voorbeeld: ‘Ik vind het vervelend als afspraken niet worden nagekomen, ik was erg bezorgd toen je niet op de afgesproken tijd thuis was.’ Of: ‘Ik wil niet dat je te weinig slaapt en je morgen vermoeid bent.’

4. Vertel wat er anders moet en waarom

Geef aan welk gedrag moet veranderen. Vertel wat het gewenste gedrag is en leg uit waarom: als een kind of puber de reden weet, helpt dat om de emoties te beheersen.

Voorbeeld: ‘Ik snap dat je graag met je vrienden terugfietst, maar ik wil niet ’s nachts in de zenuwen zitten.’ Of: ‘Fijn dat je je herinnert dat je gymtas morgen mee moet, maar vanaf nu moet je in bed blijven. Het is bedtijd.’

5. Logische, leerzame consequenties

In plaats van te straffen, kun je een consequentie voor het gedrag bedenken die logisch en leerzaam is in deze situatie. Je kunt je kind ook laten meedenken over een oplossing.

Voorbeeld: ‘Als je telkens te laat thuiskomt, is de vrijheid van alleen terugfietsen misschien nog te groot en kom ik je weer ophalen.’ Of: ‘Laten we voor het slapengaan samen je spullen klaarleggen, zodat je niet naar beneden hoeft te komen als je al in bed ligt.’

De grens over

Hoe helder je grenzen ook zijn, het is heel normaal dat kinderen en pubers daar soms overheen gaan, of er zelfs tegenaan schoppen. Je kind straffen lijkt dan de beste oplossing, maar volgens kinderpsychologie (studie die ik gevolgd heb)  is dat zelden een goed idee. Je kind leert meer van goede uitleg en een logische consequentie die eraan verbonden is, zoals in het stappenplan op de vorige pagina.

Nadelen van straffen

Straffen  kan de volgende nadelen tot gevolg hebben. 

Welke herken jij? Vul het lijstje eventueel aan met je eigen ervaringen.

  1. Je kind leert er niets van. Als straf zou werken, zou het na een paar keer niet meer nodig zijn.
  2. Een kind kan angstig of onzeker worden. Je ziet niet direct wat het met je kind doet, waardoor het straffen z’n doel voorbijschiet.
  3. Je maakt je liefde voorwaardelijk. Een kind krijgt de boodschap: alleen als je lief en leuk bent, krijg je mijn liefde.
  4. Je kind durft niet eerlijk te zijn. Straf is niet bevorderlijk voor de gewetensopbouw.

Afspraken vs regels

In de opvoeding zijn zowel afspraken als regels belangrijk: ze stimuleren op een eigen manier de ontwikkeling van een kind. Ze verduidelijken de grenzen die je als ouder stelt. Maar wat is precies het verschil tussen een afspraak en een regel?

Afspraken maak je samen. Je kind mag erover meepraten en meedenken.
Voorbeeld: iedereen ruimt zijn eigen spullen op, je kamer is jouw domein. Op vrijdagmiddag moet alle vuile was in de wasmand zitten. Op zondag eten we lekker voor de tv, de rest van de week aan tafel.

Regels leg je op. Ze gaan meestal over gezondheid en veiligheid.
Voorbeeld: Veiligheidsgordels gaan altijd om. Elke ochtend en avond tandenpoetsen. Op de fiets gebruik je geen mobiel.

  1. Kan je kind zich niet aan een grens houden? Dan is het belangrijk om te kijken en wat daarachter zit. Dat kan een wens, behoefte of emotie zijn die aandacht nodig hebben.
  2. Regels heb je idealiter pas nodig als afspraken niet werken. Hoe minder je oplegt en hoe meer je samen afspreekt, hoe meer betrokken en verantwoordelijk een kind zich voelt. Dat zorgt voor een makkelijker en fijner contact in de opvoeding.
  3. Je kunt prima een uitzondering maken op afspraken, regels en grenzen. Als je dat maar duidelijk benoemt en het ook écht een uitzondering blijft. Wordt het een gewoonte, dan is de grens niet duidelijk meer.

Wat is de meest favoriete hoek in je klas?

 Wat zijn de fijnste hoeken? Die bijna geen aandacht van je vragen, waar je fantastisch spel in ziet, waar je elke dag weer van kunt genieten. De kinderen spelen er graag en leren er zo veel!!



Als ik dit zeg, aan welke hoek in jouw klas denk je dan?

Het hoeft niet eens een hoek in je huidige klas te zijn, misschien denk je terug aan 'die ene hoek ooit'!

Laten we eens even wat beter kijken naar die hoek. Want hoe geweldig zou het zijn als je het succes van die hoek kunt kopiëren naar andere hoeken?

Vraag 1: Waarom was die hoek zo'n succes, denk je?

Waren het de materialen die erin lagen? Waren de kinderen super betrokken? Was het de bijzondere aankleding? Was er een speciale aanleiding? Schrijf voor jezelf op waarom deze hoek een succes was.

Vraag 2: Wat speelden de kinderen in de hoek?

Spelen in uitdagende hoeken: schrijf hierbij zoveel mogelijk werkwoorden op. Welke handelingen voerden de kinderen uit? Je zult misschien merken dat in de meest favoriete hoeken ook het meest te spelen valt!

Vraag 3: Welke materialen lagen in de hoek?

Wat kenmerkt de materialen in een superhoek? Zijn het dure dingen die je met zorg uit de catalogus van de onderwijsleverancier besteld hebt? Of zijn het juist de herkenbare materialen die bij de ouders en/of de Kringloop vandaan kwamen? Zelfgemaakte materialen? Kosteloos materiaal? En... konden de kinderen zélf bedenken hoe ze met deze materialen konden spelen?

Nu je dit voor jezelf hebt opgeschreven, gaan we kijken hoe je deze succesfactoren kunt vertalen naar een andere hoek in je klas. Misschien een hoek waar je nu nog niet tevreden over bent.

Wat kun je aanpassen in de materialen die er liggen?

Hoe kun je de kinderen net zo betrokken krijgen bij deze hoek?

Is er wel voldoende te doen, te spelen? (denk aan die werkwoorden)

Ik hoop dat ik je hiermee op weg heb geholpen naar nóg uitdagendere hoeken!