In het boek Hoekenwerk van de Werkgroep Kleuters Centraal staan 3 soorten maatregelen die we nemen om de huishoek te verbeteren.
- de inrichting van de speelplek moet passen in de huidige tijd en een weerspiegeling zijn van hedendaagse huiselijke activiteiten en echt sociaal handelen.
- spelontwikkeling lukt alleen binnen echte, betekenisvolle activiteiten
- kinderen hebben in spel ondersteuning van meerwetende partners nodig (andere kinderen, maar zeker ook de leerkracht)
Hoe verloopt de spelontwikkeling?
Om te weten hoe we de spelontwikkeling het best kunnen begeleiden, moeten we eerst weten hoe die ontwikkeling verloopt. Peuters en jongste kleuters vertonen veel manipulatief spel. Dit houdt in dat ze voorwerpen manipuleren: ze rijden met een auto, roeren met een lepel, stapelen blokken. Het kan ook zijn dat ze voorwerpen niet gebruiken zoals ze bedoeld zijn: de auto’s belanden als eten in de pan, de lepel wordt gebruikt om op de deksel te slaan en de stapel blokken wordt omgegooid. In het boek Hoekenwerk wordt de telefoon als voorbeeld gebruikt: een kind drukt op de knopjes van de telefoon en houdt die aan zijn oor.
Het manipulerende spel gaat over in eenvoudig rollenspel. Het kind dat in een pan roert, maakt het eten klaar, de auto’s gaan op reis en het kind met de telefoon belt met oma om te vertellen wat hij gedaan heeft. Dit eenvoudige rollenspel hoeft nog geen samenspel te betekenen. Zo kunnen bovenstaande 3 kinderen in dezelfde hoek aan het spelen zijn, zonder dat er interactie met elkaar plaatsvindt. Deze ontwikkeling zie je bij kinderen van 4-5 jaar.
Het rollenspel wordt steeds meer uitgebreid. Het kind dat eten klaar maakt, voegt meerdere ingrediënten toe en dekt de tafel. Het kind met de telefoon heeft met oma gebeld en gaat er nu op visite. Het samenspelen neemt toe. De kinderen moeten hiervoor met elkaar overleggen, elkaars spelideeën aanhoren en begrijpen. Het kind met de telefoon belt bijvoorbeeld met een ander kind in de huishoek, die de telefoon opneemt en een eenvoudig gesprek voert. Deze ontwikkeling zie je bij kinderen van 5-6-7 jaar.
Hoe begeleid je het spel in de huishoek?
Als je kijkt naar de leeftijden in de spelontwikkeling, zie je direct al een probleem dat zich kan voordoen: het ene kind wil wel rollenspel spelen, maar krijgt de andere kinderen niet mee. Deze kinderen bevinden zich dan waarschijnlijk in een andere fase van de ontwikkeling. Je kunt je voorstellen dat het frustrerend is wanneer jij mooie spelideeën hebt, maar niemand met je mee wil spelen. Kijk dus eens naar de samenstelling van de kinderen die in de huishoek spelen. Misschien is er een ander kind dat mee kan spelen, of kun jij als leerkracht meespelen?
Daarmee kom ik meteen op het tweede punt: begeleid het spel door mee te spelen. Ik zou wel altijd vragen of je mee mag spelen, en mezelf niet opdringen. Stel vragen over de rollen die de kinderen hebben, benoem wat de kinderen met de materialen aan het doen zijn. “Ik zie dat jij in de pan aan het roeren bent met de lepel. Ben je iets aan het koken?” Wanneer je dit (manipulatieve) spel wilt uitbreiden, zou je kunnen vragen of je mee mag eten. Vraag je zelf vervolgens hardop af waar je dan moet zitten en wat je allemaal nodig hebt. Het kan natuurlijk ook zijn dat de andere kinderen in de huishoek mee willen spelen. Je kunt ook vragen of de kinderen de tafel voor je willen dekken, en zeggen dat je zo langs komt om te eten!
Als je merkt dat veel kinderen voorwerpen in hun manipulatieve spel niet gebruiken zoals ze bedoeld zijn, kun je een aantal van deze voorwerpen eens meenemen in de kring. Bekijk samen welke voorwerpen het zijn, waar ze voor bedoeld zijn en doe de handelingen voor. Bijvoorbeeld een houten lepel: is bedoeld om eten mee te koken, je kunt ermee roeren, bijvoorbeeld in een pan. Laat kinderen die handelingen uitvoeren. Je breidt de woordenschat uit en beïnvloedt het spel met deze voorwerpen.
Dit voordoen in de kring kan ook heel goed met rollenspel! Vraag bijvoorbeeld na afloop van de speltijd eens twee kinderen in de kring te vertellen wat ze deden in de huishoek. Of geef twee kinderen attributen uit de huishoek, en laat ze een eenvoudig gesprekje voeren (bijvoorbeeld moeder en kind, of politieman en boef).
Later in deze serie gaan we dieper in op de themahoek, en hoe je het spel in de huishoek hierbij kunt betrekken. Ik zou ervoor willen pleiten bij de voorbereiding van elk thema te bedenken welk spel je in de huishoek/themahoek wilt zien, en welke materialen en attributen je toevoegt. Besteed hier ook zeker aandacht aan in de kring!
Wanneer het spel niet verloopt zoals je zou willen, observeer het spel dan eens goed en probeer erachter te komen wat het probleem is. Als de plaats van de huishoek en de basisinrichting voldoende zijn, zou één van bovenstaande situaties kunnen helpen. Wil je het spel echt goed aanpakken, leg dan eens een schrift of notitieblok neer. Schrijf hierin op: welke kinderen in de hoek speelden, welk soort spel ze vertoonden en hoe lang. Beschrijf ook wat ze deden en waar het mis ging. Bespreek dit ook met de kinderen! Hebben de kinderen zelf gekozen voor spelen in de huishoek? Zijn er soms kinderen die elkaar versterken in ongewenst gedrag? Gaat het spel beter als deze kinderen niet met elkaar maar met anderen samen spelen? Probeer patronen te zoeken en kijk of je interventies (zoals uitleg in de kring) invloed hebben.
Huiswerk
Observeer het spel in de huishoek, en kijk welke kinderen welk soort spel vertonen. Kijk ook of dit spel past bij hun leeftijd. Bespreek in de kring het vertoonde spel en de voorwerpen/attributen in de huishoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten